Ambtenaren en een dode zwaan

Ik werk vanuit een dijkhuisje gelegen aan de boorden van de IJssel. Vanachter mijn bureau heb ik een prachtig uitzicht over de uiterwaarden, het spel van de honderden ganzen en vele andere vogels. Kortom: achter mijn venster speelt zich een continue uitzending af van Animal Planet.

Het is ochtend. Na het ontbijt loopt mijn vrouw naar de auto om naar haar werk te gaan. Ze komt met een verschrikte blik terug. “Heb je wel gezien dat er een dode zwaan in het weiland ligt?” Nee, dat had ik niet. Jammerlijke aanblik. Ik loop er niet heen; daar ben ik te laf voor.

Tijd voor actie. De gemeentegids vertelt mij dat er een bedrijf is dat zich bezighoudt met het verwijderen van kadavers. Bellen dus.
“Mevrouw, er ligt hier een dode zwaan in het weiland en ik las dat uw bedrijf is belast met het verwijderen van kadavers.”
“Dat klopt, maar zei u dat het om een zwaan gaat? Wij verwijderen alleen dode koeien, varkens en schapen.”
“Wat moet ik dan?”
“We kunnen het wel doen, maar dan moet u zelf betalen. Dat kost 200 Euro.”

Het droevige lot van de zwaan gaat mij uiteraard zeer ter harte, maar zo’n bedrag gaat me wat ver. Dus gebeld met de gemeente en de situatie uitgelegd. De betreffende afdeling blijkt niet bereikbaar. Zijn er de afgelopen nacht wellicht meer stervende zwanen geweest? Ik refereer nog even aan Tchaikovsky, maar dat leidt niet tot herkenning bij de vriendelijke ambtenaar. “Wie zegt u? Heet die zwaan zo?” De belofte: ik wordt teruggebeld.

Ik word later inderdaad gebeld door een enthousiaste jongedame van de gemeente.
“Dag meneer, ik begreep dat er in uw weiland een dode zwaan ligt, dat u die verwijderd wilt hebben en dat u daar al met het verwijderingsbedrijf over heeft gebeld, maar dat dat 200 Euro kost. Niet doen, hoor.”
“Dank u. Overigens is dat niet mijn weiland.”
“Wie is dan de eigenaar? Want die is verantwoordelijk voor het opruimen.”
“Dat weet ik niet, maar u kunt het vast terugzien in uw systeem.”
“Ojee, daar kan ik nu niet in. Maar laat mij even nadenken, want ik begrijp dat u een oplossing wilt.”
“Dat klopt.”

Een korte stilte en dan de oplossing:
“U kunt de zwaan verplaatsen naar de X-straat en daar op de strook groen bij de bushalte leggen. Dat is gemeentegrond en dan is het opruimen onze verantwoordelijkheid. Heeft u tuinhandschoenen?”
“Jawel, die heb ik. Maar ik heb geen landbouwplastic om in de kofferbak te leggen. Bovendien zie ik er tegenop om met een gestorven zwaan te gaan sjouwen. Heeft u een andere oplossing?”
“Meneer, ik zie hier op Google dat naast dat weiland ook een sloot ligt. Als u de zwaan daar in gooit, is het opruimen de verantwoordelijkheid van het waterschap. Dan kunt u daarmee bellen.”
“Dat ga ik niet doen.”
“Ik begrijp het. Ik ga wel even voor u op zoek.”

Als ik later die dag terugkeer van een afspraak is de zwaan verdwenen. Navraag leert dat de gemeente dat heeft gedaan. Is dat klantgericht? Jawel. Meedenken (hoe verrassend en hilarisch ook) en gewoon oplossen. Chapeau!

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

Kees-Willem van Gorkum
Het is toch telkens weer verbazend om te zien hoe mensen de rol van de gemeente zien en allerlei zaakjes daarop afschuiven.
Zoals op Animal Planet ook te zien is, gaan er regelmatig dieren dood. De eerste vraag is natuurlijk of een dode zwaan in een weiland een probleem is. Binnen korte tijd zal hij opgeruimd zijn door kraaien, geholpen door enkele andere aaseters, torretjes en microben. Maar dat vindt de moderne mens vies. Natuur is leuk, maar moet niet te dichtbij komen.

Maar goed, als je niet tegen de aanblik kunt, dan zorg je dat die verdwijnt. Dat is geen collectief probleem, maar een particulier probleem. De eerste reactie was dus goed. Overweeg om een particulier goed (kadaververwijdering) aan te schaffen. Vind je het te duur dan zie je ervan af. Afweging gemaakt, zaak over.

Maar vervolgens wordt er een treintje in gang gezet waar een serie ambtenaren met een oneigenlijke vraag wordt opgescheept. Want een individu kan wel digitale columns schrijven, maar kan niet tegen de aanblik van een wezenlijk onderdeel van het natuurlijke proces, weet niet van wie de weidegrond is waar hij dag in dag uit naar kijkt en verwacht ook nog dat de gemeente dat voor hem uitzoekt, terwijl dat (als hij het niet aan mensen in de buurt durft te vragen) gewoon op de site van het kadaster te vinden is.

De ambtenaren maken ook rare capriolen door deze oneigenlijke vraag. Uit vermeende klantvriendelijkheid nemen ze een aap op hun schouder en als ze er niet uitkomen willen ze het op het bordje van hun mede-overheid het waterschap schuiven. Een duidelijk en gemotiveerd "nee" in het begin had voor alle partijen direct helderheid gegeven.

Diezelfde middag of avond denkt de burger er nog eens over na en in plaats van zich te schamen schrijft hij quasi-moraliserende column met de strekking "och, och, och kijk de gemeenteambtenaren nou toch eens...". Een paar dagen later lees ik het op internet en denk "kijk daar hebben we weer zo zelfstandige proactieve burger..." en laat me verleiden tot een reactie. Ik heb er alweer teveel woorden aan vuil gemaakt.
Eduard
Fantastisch, wat een leuk verhaal. Zeker chapeau voor de gemeente die uiteindelijk een verantwoordelijkheid en actie heeft ondernomen. Echter een kritische noot kan gekraakt worden door op te merken, dat de gemeente sterk is hoe een "probleem" over een andere schutting gegooid kan worden zodat de verantwoordelijke verandert. Leuk, maar zo hebben wij nu eenmaal de wereld in elkaar gezet. Daarmee zeg ik niet dat deze niet te veranderen is.