De stad waar obers nog mijnheren zijn, en waar de klant nog cliënt is

Daar staan de stoeltjes en de ronde tafels dicht bijeen.  De gasten. zitten, hoe koud het ook is, buiten met een café crème of een glaasje pastis op een te klein wiebelig stoeltje. En die clientèle wordt aldaar bediend als een vorst. De bediening in deze stad lijkt ook bevroren in de tijd. De obers, veelal mannen, hebben kort gekapt haar, dragen wit gesteven schorten en zijn emotieloos. Hun leeftijd varieert in de bandbreedte van 30-55 jaar oud. Ze geven je de service die je verwacht. Niet te veel maar zeker ook niet te weinig. De heren zijn snel in de bediening en dwingen respect af. Nimmer gaan ze in discussie met een cliënt, ze serveren die dienstverlening die van hen wordt verwacht. Ze zijn in mijn beleving de witte brigade. Smetteloos.

 

Tijdmachine

Onlangs was ik er weer. Ik mocht een paar dagen vertoeven in de lichtstad. Het voelde vertrouwd. Parijs is tijdloos. Lijkt het. De sfeer van een café of restaurant is daar in mijn beleving gelijk aan tientallen jaren geleden.  Alleen de gasten die worden bediend zijn veranderd: andere haardracht, andere mode en oh ja, ze hebben – ook hier – hun mobiele communicatieapparatuur binnen handbereik.

Appels en peren

Als geboren en getogen Amsterdammer ben ik altijd jaloers op de correcte wijze van bediening in Parijs. Maak ik een stap naar ons ‘Mokum’ dan zie en ervaar ik dat de bediening in onze hoofdstad rammelt. De heren en dames in de bediening van cafés/restaurants zijn niet zelden rond de twintig. Ze studeren en zien hun baan als noodzaak in plaats van een professie of passie. De witte – lange schorten – ontbreken in Amsterdam. De spijkerbroek domineert.  Evenals de snelheid van bedienen en afrekenen. Ik mis de correcte bejegening. Kortom, in onze grote stad is de service belabberd. Eigenlijk zijn ze niet geïnteresseerd in de cliënt. Die is in hun optiek alleen maar lastig. Laatst ging ik met een jonge vent in de bediening een praatje aan. “Vind je dit vak eigenlijk wel leuk?”, vroeg ik belangstellend. “Hoezo?” antwoordde de pukkelige snuiter. “Nou”, reageerde ik, “Ik steek al een aantal keren mijn vingers op om een drankje te bestellen.” Hij: “Dat zag ik maar ik negeerde jouw signalen.” Ik was verbaasd: “Oh, waarom is het teveel gevraagd dat ik iets wil bestellen?” “Nee joh,” gaf de parttime ober als antwoord. “Alleen heb ik een hekel aan klanten die me behandelen als slaaf.” Ik zuchtte. Hij ook. Hij liep daarna snel door naar het volgende tafeltje.

Na deze conservatie stapte ik op en zocht mijn heil bij café Hoppe op het Spui. Relatief oude mannen staan achter de toog. Doen wat je vraagt. Knopen een klein praatje aan . Zijn niet opdringerig en doen wat er van ze verwacht wordt. Een klein beetje Parijs in het hartje van Amsterdam. Er zit slechts 541 kilometer tussen de twee steden. Echter, er is een giga verschil als het gaat om service en passie.

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>