SERVICE IN DE HORECA IS EEN DRAMA

De Nederlandse horeca staat niet bekend om zijn gastvrijheid. Dat is jammer: zo slecht gaat het niet. Maar elke blunder is er een te veel. Service is emotie, en door feiten laat emotie zich niet leiden. Een bezoek aan hotel, restaurant of café resulteert in een allesbepalend gevoelService is emotie, en door feiten laat emotie zich niet leiden. Een bezoek aan hotel, restaurant of café resulteert in een allesbepalend gevoel: komen we hier nog terug, of niet? Vaak geldt dat de gastvrijheid het wint van de kwaliteit. Ook Amsterdam heeft dat door en geeft 1 miljoen euro uit om de warmte terug te toveren.

 

Afgelopen week stond een boeiend artikel in de Elsevier. (18 augustus 2007). Journaliste Emily Gords beschrijft haarfijn waar het in de horeca goed en verkeerd gaat. Deel jij haar mening?

 'En toen, en toen'  Verontwaardigd hapt de Vlaamse dame naar zuurstof en felle woorden. Haar handen trillen, ze loopt rood aan. 'Toen zei de manager dat ik voor goede service maar in België moest blijven. "Daar is de klant misschien koning. Hier niet." Ja, dat zei hij echt! Dat kán toch niet? Allé, 't is toch niet te geloven.'

Deze ontevreden klant zagen ze in Amsterdam niet meer terug. Sterker, de dame liet heel Nederland voor wat het was. Voor buitenlanders is de hoofdstad immers het boegbeeld van Nederland. En een beroerd boegbeeld wijst op een beroerde boot - terecht of niet.

Zo kwam het dat Nederland weer een toerist kwijtraakte aan de klauwen van het grote, boze servicebeest. Veel Nederlanders hebben het ook gehad met de gastvrijheid in hun hotels, restaurants en cafés: ruim een kwart vindt de service in de horeca helemaal niets, blijkt uit een onderzoek van adviesbureau RightNow Technologies, dat eind 2006 werd uitgevoerd.

Klopt het echt dat de Nederlandse horeca een gebrek aan fundamentele gastvrijheid kent? Vind maar eens iemand die zich de laatste jaren niet heeft geërgerd aan lange wachttijden of korte lontjes. Maar omgekeerd: wie heeft alleen mooie verhalen te vertellen over de horeca in het buitenland?

Juist. Het probleem met horecabezoek is dat vooral de negatieve ervaringen blijven hangen, zegt Jeu Claes, directeur van branchevereniging Koninklijk Horeca Nederland (KHN). 'Ons land telt bijna 40.000 horeca-bedrijven. De meeste doen het goed, ook wat gastvrijheid betreft. Maar ja, wie komt nu op een borrel aanzetten met een anekdote over een aardige ober?'

Dat het gemiddelde serviceniveau in Nederland laag zou liggen, is volgens Claes dus volkomen uit de lucht gegrepen. 'Iedereen heeft een mening, en die wordt vaak bepaald door een incidentje. We moeten de zaak niet opkloppen.'

Daar heeft de Vlaamse dame van daarnet nu niet zoveel aan - zij heeft haar oordeel over Nederland al geveld. De harde waarheid leert dat de 'incidentjes' van Claes juist de spil zijn die het servicegevoel bij de klant of gast genereren. Dat gevoel is niet gebaseerd op ratio, maar op emotie. Ongrijpbaar, moeilijk meetbaar, en door de dienstverleners dus makkelijk te negeren.

Het gaat lang niet altijd mis. En zeker niet overal. Vooral de Randstad kampt met slechte service, en Robert Kroon weet waarom. Hij is directeur van communicatiebureau Full Circle en publiceerde dit voorjaar Wij pikken het niet langer!, een smakelijk boek over het gebrek aan service in Nederland. Hij geeft twee redenen voor de 'non-service' in de Randstad: chaos en gemakzucht.

Chaos maakt receptionistes, barmannen of obers er natuurlijk niet charmanter op. Het is leuk om naar de komische televisieserie Fawlty Towers te kijken, maar heel wat minder geinig om er middenin te zitten. 'Service valt of staat bij mensen,' zegt Kroon. 'De kwaliteit van het product, de sfeer, timing, locatie - allemaal heel belangrijk. Maar de bediening bepaalt de servicebeleving.'

Kroon ziet ook een ander verband: hoe kleiner de stad, hoe meer concurrentie tussen horeca-etablissementen en hoe persoonlijker de service. 'En hoe beter, want er is dan meer sociale controle. Heeft een stad maar een paar restaurants, en valt de service in de ene tent tegen, dan loopt een groot deel van de klanten gegarandeerd over naar het andere restaurant.' Vandaar dat de beste service vaak op het platteland is te vinden.

Dan de tweede reden: gemakzucht. Daarmee doelt Kroon uiteraard op de ondernemers zelf, niet op de klanten of gasten. Kroon: 'Amsterdam is daarvan het schoolvoorbeeld. Die stad teert op toerisme. Goede service of niet, de toeristen komen toch terug.' Althans, zo denken de meeste horecabazen.

Dat blijkt echter een grove misvatting. De Kamer van Koophandel berekende onlangs dat de toeristische sector in Amsterdam - niet alleen de horeca - jaarlijks ongeveer 200 miljoen euro aan omzet misloopt door gebrek aan gastvrijheid. Bezoekers voelen zich allesbehalve welkom en weigeren bijgevolg terug te komen.

Paul Hermanides, voorzitter van de Amsterdamse KHN-afdeling, steekt de hand in eigen boezem. 'Tja, we zijn de laatste jaren ongehoord lui geweest,' erkent hij ogenblikkelijk. 'We dachten te lang en vaak dat Amsterdam op zich al bijzonder genoeg was.'

 

Topstad

Maar Amsterdam is wakker. De stad beseft eindelijk dat gastvrijheid voor geld in het laatje zorgt, en het gebrek eraan niet. Allereerst dankzij het aantreden van een nieuw stadsbestuur vorig jaar. Vooral wethouder Lodewijk Asscher (PvdA) van Economische Zaken ontpopt zich als ultieme gastvrijheidsstrijder: service is een van zijn vier speerpunten om van Amsterdam (weer) een topstad te maken, en het verder afglijden van de hoofdstad in allerlei lijstjes - zoals die van beste congressteden - te voorkomen.

Ook KHN-man Hermanides verdient lof: twee jaar geleden hielp hij met de oprichting van de Amsterdamse Alliantie, die het bedrijfsleven samenbrengt met culturele instanties van de hoofdstad. De Alliantie ziet gastvrijheid als 'de basis voor positieverbetering van Amsterdam'.

Dat toont de organisatie in woorden én in daden. De laatste en duurste daad kost 1 miljoen euro en moet van Amsterdam weer een knuffelstad maken. Het geld komt van de gemeente, de Alliantie en Koninklijk Horeca Nederland. Methode: basistrainingen organiseren voor zesduizend Amsterdamse dienstverleners, van hufterige kroegbazen tot gluiperige taxichauffeurs.

Regel één van de zeven gouden regels: welkom heten (de W van Welcome). Of zoals de brochure stelt: 'Ik begroet. Ik heb oogcontact. Ik maak kennis. Gevolg: de gast voelt zich welkom.' En zo gaat het nog zes regels verder: Enthousiasmeren, Luisteren, Communiceren, Overtreffen, Markeren en Evalueren. WELCOME dus, en zo heet ook het project.

Misschien noemt de cynicus de trainingen, die in september beginnen en tot volgend jaar doorgaan, Service for Dummies. Maar zo'n basale cursus is hard nodig, beseft Hermanides. 'Het is heus niet moeilijk om gastvrij te zijn. Maar daar is een mentaliteitsverandering voor nodig, dus willen we de boodschap erin stampen. Het aloude "doe maar gewoon" moeten alle dienstverleners vervangen door "doe het goed". Of, nog beter: "Doe het excellent".'

Daar schort het in Nederland nogal aan, zegt Roberto Payer, al vijftien jaar directeur van het Amsterdamse Hilton-hotel. Nederlandse gastvrijheid durft hij niet eens te vergelijken met ospitalità italiana. 'Dat zou niet eerlijk zijn: Nederlanders hebben nu eenmaal niet hetzelfde verwachtingspatroon als Italianen. In Italië zijn de meeste horeca-etablissementen nog familiebedrijven. Daar heerst een andere sfeer. Als je niet je eigen zaak uitbaat, leg je er minder snel je hart in.'

 

Liefde

Wat verstaan Nederlanders dan onder service? Niet veel meer dan drie biertjes op een dienblad schuiven, en die rondbrengen. Bedienen, maar vooral niet de schijn wekken onderdanig bezig te zijn. In Italië ligt dat anders. Daar zit de horeca volgens Payer vol liefde. Hij haalt er gelijk een van Ron Kaufmans boeken bij, Up Your Service.

De Amerikaan Kaufman, een autoriteit op het gebied van klantenservice, hanteert een serviceladder met vijf trapjes. De laagste is 'misdadig', de hoogste 'verrassend'. Payer: 'Weten wat het favoriete drankje van de gast is, hoe hij heet, attent zijn. Italianen hebben dat van nature in zich.'

En Nederlanders niet, bevestigt communicatiedeskundige Kroon. Heeft de erfenis van het verstikkende calvinisme er iets mee te maken, of komt het doordat horecawerk veelal iets voor studenten is?

Hoe het ook zij, een excuus is het niet: Amerikanen hebben het evenmin van nature in zich, en toch zijn zij het toonbeeld van gastvrijheid. Kroon: 'Omdat ze de fooi hard nodig hebben. Nederlanders noemen dat soort gastvrijheid vaak fake. Maar gastvrijheid is per definitie fake.'

In zijn boek geeft Kroon het woord aan een in Nederland woonachtige Brit die het treffend weet te formuleren: 'Gastvrijheid past niet in de individualistische Nederlandse cultuur van "zeg wat je denkt". Service is het tegenovergestelde. Het is níet zeggen wat je denkt. Het is glimlachen wanneer je daar geen zin in hebt.'

Uiteindelijk is gastvrijheid een beetje toneelspelen. Of, zoals de Brit het verwoordt: 'Nederlanders houden volgens mij niet van service, omdat dat acteren is, en dus vals. Julliehebben de neiging jezelf veel te serieus te nemen. Hey, relax! Smile. Have a nice day!'

 

 

 

HOE U ALS GAST DE BESTE SERVICE AFDWINGT

TIP 1

Wees mondig. Hebt u iets te klagen, doe dat dan ook. Maar bedenk eerst of uw klacht gegrond is. Gebrek aan kennis leidt soms tot misverstanden. Weet zeker dat u in uw recht staat (u weet wel: plakjes tonijn hóren soms rauw te zijn).

TIP 2

Klaag netjes. Tja, dit is een inkopper, maar toch bijzonder belangrijk. Laat mensen in hun waarde, toon respect. Al vindt u dat ze een lesje verdienen, ga niet schreeuwen of met uw vingers knippen. Ook goede timing is cruciaal.

TIP 3

Doe positief. Niet omdat u zo'n goed mens bent, maar om de tegenpartij de kans te bieden het probleem netjes te verhelpen. Niet: 'We wachten verdorie al een uur!' Wel: 'Het valt ons op dat het lang duurt. Wat is er aan de hand?'

TIP 4

Wees concreet. Als u haast heeft, laat de ober van tevoren weten hoe laat u uiterlijk weg moet. Als u klaagt, doe dat niet al te subjectief, want dan kan de ober er weinig mee. Niet: 'Deze soep is zo vies!' Wel: 'Dit is koud en te zout.'

TIP 5

Wees consistent. 'Heeft het gesmaakt?' Domme vraag, maar dat terzijde. Bij nare ervaringen zegt u niet 'ja' en geeft u geen fooi (zelfs geen 5 procent). Was het lekker, toon dat dan ook, zowel in de vorm van complimentjes als van geld.

TIP 6

Aanvaard zoethoudertjes. Een goed horeca-etablissement reageert op terechte klachten met gratis koffie, korting of ander vriendelijk vertoon. Doe niet heilig en neem het dankbaar aan. Waarom ook niet? Het zal ze leren.

TIP 7

Geef niet op. Als u er met de ober, receptionist of barman niet uitkomt, vraag dan naar de manager. Neem dan het voortouw: laat het formuleren van de klacht niet over aan de ober. Kom meteen ter zake, maar blijf rustig en vriendelijk.

TIP 8

Loop weg. Soms is een horecabezoek echt ondermaats, en wil het maar niet lukken om de rekening te krijgen. Ga dan weg zonder af te rekenen. Misschien rent een ober u achterna - prima, kunt u eindelijk betalen. En zo niet, des te beter.

TIP 9

Bejubel of verketter. Deel uw ervaringen: vel uw oordeel op recensie-sites als iens.nl en tripadvisor.com. Stuur uw opbouwende kritiek ook naar het etablissement zelf. Misschien wordt er niets mee gedaan. Maar misschien wel. Wie weet.

 

Artikel uit: Elsevier Magazine, nummer 33, 18 augustus 2007

 

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>

PeterS
De ontkenning van Jeu Claes heeft iets kwalijks. Het is toch eenvoudig te zien dat op heel veel plaatsen jongelui aan het werk zijn die de zelfgenoegzaamheid van hun baas combineren met hun eigen onkunde. Want dat laatste is gewoon aan de orde: men weet gewoon niet hoe het hoort. Door mee te denken als klant levert een stukje "opvoeding" naar de bediening heel vaak aardige taferelen. En elk spel behoeft meerdere deelnemers, toch?
En die zelfgenoegzame eigenaars? Krijgen uiteindelijk wat ze verdienen, nl. geen voldoening.
Marco Bouman
Hai Robert, zeer interessant artikel. Een suggestie voor de opmaak: een paar witregels maakt het artikel nog leesbaarder!

Maar zeer herkenbaar. Dienstverlening of dienstbaarheid in horeca, maar ook in andere sectoren kan in Nederland stukken beter. Een paar verbeterpunten voor horecaondernemers:

1. stop met bezig te zijn met jezelf. Heel vaak zijn medewerkers in de horeca zo met zich zelf bezig, dat ze de klant niet eens zien.

2. klant in de watten leggen is absoluut de beste marketingstrategie die je kunt voeren. Zodra iedere gast met een glimlach het pand verlaat, groeit de goodwill en uitstraling.

3. luister naar je doelgroep. Zij vormen de basis van je bestaan. Jouw aanbod (wat je ook te bieden hebt) kan meegaan met de ontwikkelingen in de behoeften die er zijn. Klikt dus beter en trekt meer en tevredenere klanten aan.

Nog meer suggesties?
RENAUD Advies
Er zijn in ieder geval minstens twee zaken die mij m.b.t. de service in de horeca wel bezighouden.
1. Nederlandse gasten/klanten blijken slechte service ook niet afdoende te veroordelen. Immers menig horcabedrijf met een slechte service blijft klandizie houden.
2. Aan gast-/klantgerichtheidstrainingen wordt door de horeca in Nederland zo goed als niets gedaan.
Dus als je (zeker vanwege het vermelde onder 1)geen schade ondervindt, waarom zal je je druk maken.
Ja, en dan die trainingen, die worden niet beschouwd als investeringen in kwaliteitsverbeteringen en vooral gezien als kostenpost.
Dus als 1. niet verandert en 2. niet nodig wordt geacht, dan blijft alles gewoon bij het oude.
robert
Eens met de twee punten.

1: Nederlanders klagen graag. Maar als puntje bij paaltje komt, gaan ze gewoon weer terug. Bovendien is het geheugen van veel mensen beperkt. Ze vergeten gewoon dat ze slecht geholpen zijn. Vreemd!

2: In het kader van horeca training, heb ik samen met Extra Trainers een speciale service training ontwikkeld. Veel bedrijven maken er gebruik van maar de horecainstellingen blijven zwaar achter. Wellicht is dit kortzichtigheid?
Marco Bouman
Klopt, Nederlanders zijn lekker bescheiden. Klagen maar geen actie. Slimme horeca ondernemers zorgen ervoor dat ze hun service juist wel op orde hebben! Want ook al blijven horecabedrijven met 'minder goede' service bestaan... top bedrijven met excellente service zullen het dan makkelijk winnen.
rick de vries
WAT? geloof me; ik kom veel in hotels en horeca voor mijn werk. Een lach is vaak al teveel gevraagd. Vb: afgelopen maandag zat ik met 10 mensen in hotel golden tulip in schoorl. we hebben anderhalf uur (!!!!) gezeten zonder dat er onder het eten gevraagd werd of we nog iets wilde drinken. Het was niet druk, want er liepen 3 mensen en slechts 4 tafels waren bezet. Als ik eigenaar was van dat hotel en ik zou het weten, zou ik gek worden!!! het is echt echt slecht gesteld met de service gerichtheid in de horeca!
Stef Bots
Hallo Robert,

"Gastvrijheid is per definitie fake" (Boon). Nou dat geldt dan voor elke vorm van menselijke communicatie. Als ik een slechte bui heb dan probeer ik toch fatsoenlijk om te gaan met anderen. Fake? Nee, een vorm van wellevendheid. Toch verberg ik op dat moment mijn slechte bui. Dan zijn dingen als beleefdheid ook fake.

Het lijkt mij nou net een uiting van Calvinisme en individualisme om gastvrijheid te identificeren met fake. Misschien zouden wij Hollanders gewoon eens moeten bekennen dat wij moeite hebben met gevoelens en vooral met vormen van innemendheid en innigheid die verscholen liggen in gastvrijheid. In plaats van om ons van deze Calvinistische beperkingen en onbeholpenheden rekenschap te geven, is het alleen maar een verdere versterking van deze gebrekkigheid om deze dingen des levens dan maar af te doen als "fake". Het jongetje kan niet goed voetballen en noemt het daarom maar een "stomme sport" maar probeert daarmee zijn eigen beperkingen te verhullen. Over fake gesproken!
Het is deze onbeholpenheid en gebrekkigheid en de daarmee samenhangende, vaak ontstellende lompigheid en onverschilligheid waar wij Hollanders in verre omtrek bekend om staan die m.i. een deel van het probleem verklaart.

Verder: in de horeca wordt je vooral bediend door jongeren. Met een zekere nadruk op mooie, jonge meisjes. Daaraan zitten twee nadelen verbonden.

Allereerst: mooie meisjes zijn erg gewend om aandacht, heel veel aandacht, te krijgen en dus minder om te geven. En een van de belangrijkste dingen van gastvrijheid is het geven van aandacht. Als tweede: jongeren zijn, zoals bekend, over het algemeen vaak slecht opgevoed en hebben nog niet het minste benul van sociaal gedrag. Bijv. wees vriendelijk tegen iedereen en niet alleen tegen degene die er leuk en aansprekelijk uitzien. Als je met iemand communiceert, kijk hem of haar dan in de ogen aan. Enz.

Dan de horecabaas. Deze wil, ondanks de verdubbeling tot soms wel verdrievoudiging van de horecaprijzen de afgelopen jaren (sinds de invoering van de euro) nog steeds voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Zo neemt deze dus zo min mogelijk personeel aan en dan alleen maar zeer jonge mensen, da's wel zo goedkoop natuurlijk. Zodat het voor mensen alleen maar aantrekkelijk is om te oberen als een tijdelijk baantje. Zodat er geen continuïteit is, een voorwaarde om kwaliteit op te bouwen.

Zo valt het mij op dat, voor zover ik dat kan overzien maar ik durf er om te wedden, dat geen enkele horecazaak aan training doet: mensen worden gewoon aangenomen, snel uitgelegd hoe het werkt (de kassa en andere praktische zaken) en hup aan de slag. Is er in de horeca een baas die instructies geeft hoe op te treden tegen klanten? Zoals: kijk voortdurend om je heen of een klant om aandacht vraagt, zorg ervoor dat deze niet welhaast met megafoon en zwaailicht om aandacht moet schreeuwen, zorg dat je vriendelijk bent tegen de klant, hoe handel je klachten af, handel zonder aanziens des persoons (dus hou je voorkeur voor bepaalde mensen voor je); maar ook: hoe ga je om met dronkelappen en lastige klanten of zelfs met geweld, enz. enz. Hoe groot zou de kans zijn dat de horeca bij nieuwe medewerkers hiervoor aandacht heeft?

En dus (laatste deel van je betoog) moet ik inderdaad als klant in de horeca een goede service "afdwingen". Hoezo afdwingen? Treurig toch? En natuurlijk moeten vervolgens communicatiedeskundigen zich ermee bemoeien. Dan wordt de ellende nog groter. Niks communicatiedeskundigheid! Gewoon intermenselijkheid, sociaal gedrag, wellevendheid. Behalve lekkere pizzas en spaghetti zouden we ook wat kunnen leren van de wellevendheid en gastvrijheid van die Italianen.

Dan nog iets wat mij opvalt aan de horeca in Nederland. En dat is het gebrek aan ondernemerschap. In vrijwel (ik denk: méér dan 95%) van de Nederlandse horecabedrijven wordt gerookt en wordt populaire muziek gedraaid. Hoe kan dat?

Tel even na: 71% van de Nederlanders rookt niet. Kent u één café of restaurant waar het rookvrij is? Ik ken er geen één. Nog even los van de vraag of alle cafés verplicht rookvrij dienen te zijn: waarom is er geen enkele horecaondernemer die mikt op die 71% nietrokers, waarvan vast en zeker een groot deel geïnteresseerd moet zijn in een rookvrij etablissement? Al waren het maar die 1 miljoen lijders aan een vorm van cara. Alleen daarom al ben ik een groot voorstander van de afgedwongen verplichting dat alle horeca rookvrij dient te zijn.

Vervolgens: in Nederland hebben 3,5 miljoen mensen wel eens een klassieke CD gekocht en 1 miljoen doen dat regelmatig tot vaak. Nog eens: kent u één café waar klassieke muziek wordt gedraaid? Wederom: ik ken er geen één. Om maar niet te zwijgen over het feit dat in vrijwel alle horecazaken de muziek veel te hard staat zodat normaal communiceren met de tafelgenoot zonder voortdurende stemverheffing niet lukt.

Een ondernemer die aan marktonderzoek doet zou wel raad weten met een potentiële doelgroep van 71% X 16 miljoen nietrokers resp. 1-3 miljoen liefhebbers van klassieke muziek. De horeca echter niet. Daar lijkt het soort verkokerde denken te heersen, dat m.i. ook bijdraagt aan en samenhangt met genoemd gebrek aan gastvrijheid en service.
Edward Mulder
Aardig artikel. Is service nep? Natuurlijk, maar we zijn er allemaal gek op om in de maling genomen te worden. Dat gelooft U niet? Vertelt U dan maar waarom niet iedereen in een Lada rijdt, want daar krijg je precies waar voor je geld. Ferrari heeft een wachtlijst van 6 maanden of meer, en die auto's kosten 20x zo veel als een Lada. Is een Ferrari ook echt 20x beter, sneller, mooier dan een Lada? En is IBM, HP of Toshiba ook echt zoveel beter dan die PC van de supermarkt? Op een klokje van 5 Euro zie je de tijd vrijwel net zo goed als op een Rolex, en toch zijn er mensen bereid 500 Euro of meer daarvoor neer te leggen.


Terug naar de service: aan de borreltafel doen horrorstories het nou eenmaal beter dan succesverhalen. In de meeste horecazaken word je prima geholpen, en dat beschouwen we als vanzelfsprekend.


Aan de andere kant zijn de marges in de horeca krap, net als in de reiswereld, 5..10% en dat is het. Voor de duidelijkheid: ik heb zelf een restaurant, en hier is het roken in openbare gelegenheden als 15 jaar of langer verboden. Ik heb slechts 1 asbak, voor die enkele keer dat er een kettingroker op bezoek komt.


Wat voor muziek of ambiance wilen klanten? Nou kijk, als ik naar een bruin cafe ga, dan verwacht ik tapijt op tafel, Andre Hazes op de radio, en bier van de tap, ook al heb ik dat thuis geen van alle. Als ik naar een Centerparcs huisje ga of naar een Holiday Inn hotel dan .... vult U zelf naar in.


Wat doe ik met ontevreden klanten? Ze ALTIJD gelijk geven. Als de klant zegt dat de kip rauw is, dan IS de kip rauw. Hij krijgt gewoon een andere kip. Klaar. Het is goedkoper om je klanten te verwennen dan reclame te maken. En heel belangrijk: bedienen op volgorde van binnenkomst. De werkelijkheid is dat er maar heel weinig ongegronde klachten zijn.


En - wat terecht genoemd is - de klant welkom heten, en bedanken als hij weggaat, ook al heeft hij alleen maar een glas water besteld. De klant betaalt tenslotte vrijwillig mijn inkomen en dat van mijn personeel.


Ik heb een enquete onder mijn klanten gehouden, en wat zegt 40%? Dat ze door mond-op-mond reclame naar me toe zijn gekomen, en 50% door reclame.


Op de vraag wat bepalend is voor de keuze antwoordt 35%: bediening, 30%: smaak, 20%: hygiene en 10%: de prijs. Lijkt me duidelijk waar ze voor komen. Mijn prijzen zijn dus ook niet de laagste van de stad, want ik moet die service en hygiene wel betalen.
Stef Bots
Ik wilde graag reageren op de post van Edward Mulder.

Mulder geeft aan dat hij het als horecaondernemer goed doet en dat een goede service daarin een grote rol speelt. Dat onderstreept de essentie wat anderen op deze blog ook al aangeven.

Enkele dingen in zijn betoog kan ik echter niet volgen.

Allereerst: het gaat niet om horror maar om ergernis. Ga nou niet ineens de kritiek voordoen als horrorverhalen, ja dan is het makkelijk om ze af te doen als onzin en overdreven. Natuurlijk zijn er veel horecabedrijven die het goed doen en waar je prima wordt geholpen. Maar ik kan u als regelmatige bezoeker van horecagelegenheden verzekeren: al te best is het ook weer niet.

Natuurlijk past mij nuance en kan ik braaf zeggen: "hoewel een groot deel van de horecabedrijven het goed doen, is er toch wel wat aan te merken op de servicegerichtheid en gastvrijheid" enz. Om dan te merken dat iedereen denkt "o dat valt dus allemaal wel mee, het kan alleen nog maar nèt iets beter, er valt altijd wel iets te verbeteren" en vervolgens geen hond die erop let.

Daarom even: "de service in de horeca is een drama".

Mulder geeft verder aan dat ZIJN zaak al 15 jaar (vrijwel) rookvrij is. Hulde! Maar ja, een rivier is gemiddeld 3 meter diep en het water stroomt hard dus waarschuwen mensen dat je maar beter niet kunt overzwemmen maar komt ineens iemand en die zegt dat ergens stroomopwaarts een doorwaadbare plek ligt waar je wel degelijk veilig over kunt steken. Da's leuk om te weten maar waarom kan IK maar in mijn omgeving nauwelijks een café vinden waar niet wordt gerookt? En terwijl toch 71% van de Nederlanders niet rookt en 1 miljoen last heeft van een of andere vorm van cara?

Dan de muziek. Ik citeer de reactie van Mulder: "Nou kijk, als ik naar een bruin café ga, dan verwacht ik tapijt op tafel, André Hazes op de radio, en bier van de tap, ook al heb ik dat thuis geen van alle". Wat staat hier nou?

Even voor de duidelijkheid dus: ik ben nietroker en met mij 71% van de Nederlandse bevolking. Waarom kan ik in mijn woonplaats bijna geen enkele kroeg vinden waar niet wordt gerookt? Het rookvrije etablissement van Mulder ten spijt? Verder: ik ben een liefhebber van klassieke muziek en met mij zeker 1 miljoen andere Nederlanders en potentieel 3 miljoen. Waarom vind ik nergens in mijn woonplaats (een grote stad) café waar dat gedraaid wordt? Omdat er bruine kroegen zijn waar Hazes wordt gedraaid? Ik volg dat niet. Natuurlijk amuseer ik mij over het algemeen prima als ik naar de kroeg ga en ontloop ik niet persé die bruine kroeg met tapijtjes en Hazes en is het geen horrorscenario dat er nergens een gelegenheid aantref waar klassieke muziek wordt gedraaid maar wel probeer ik duidelijk te maken dat de horeca NIET inspeelt op levende behoeften. Natuurlijk kan het zijn dat uiteindelijk een café waar klassieke muziek wordt gedraaid niet levensvatbaar blijkt te zijn. Dat kan. Maar is het geprobeerd? Is dat ooit ergens gebleken op zo'n overtuigende wijze dat alle bestaande cafés in Nederland met overtuiging alleen maar populair draaien? En vaak veel te hard ook nog eens?

Als ik een keer naar de kroeg ben geweest dan tuten mijn oren, is mijn keel schor, stinken mijn kleren naar de rook, erger ik mij vaak aan de slechte service en heb ik nergens eens lekker naar klassieke muziek kunnen luisteren. Ik hoor vaker mensen daarover klagen. En er is onvoldoende gelegenheid om deze ongemakken en ergernissen te mijden. Omdat de keuze te beperkt is.

Het antwoord staat te lezen in de post van Mulder...

Het doet mij denken aan de Nederlandse fietsindustrie: jarenlang produceren zij de zelfde soort fietsen (type Batavus, kleur beige-groen, met trommelremmen, erg degelijk allemaal maar oersaai en jaren hetzelfde). Hiernaar gevraagd luidde het antwoord steevast: dat is de fiets die goed verkoopt en Nederlanders willen niet anders. Totdat buitenlandse fietsmakers er zich mee gingen bemoeien: de all terrainfiets, mountainbikes, blitse stadfietsen, de vouwfiets, enz. De productvernieuwing kwam bijna geheel uit het buitenland en de Nederlandse industrie moest uiteindelijk kleur bekennen. Dit terwijl Nederland zo'n beetje HET fietsland is ter wereld. Jammer.
Frank van Gesker
Het ergert mij al tijden dat in de meeste horeca-gelegenheden je glas bijna wordt leeg gekeken. Je hebt het drankje nog niet op of er komt al weer iemand aanlopen om te vragen
of je nog wat wilt drinken. Willen die mensen mij dronken voeren, nodeloos opjagen?
Mijn vriendin kreeg een keer als antwoord: "Maar mevrouw, wij willen u het gevoel geven dat
u de volle aandacht krijgt die u verdient!" Het is soms ronduit hinderlijk. Ik ben geen krent, maar om in zo'n moordend tempo te moeten consumeren is mij te veel van het goede. Als ik
iets wil drinken, bestel ik wel. Ik ga niet een uur lang op een kopje koffie teren. Het overkomt
me helaas ook in cafés waar ik regelmatig kom. Zou het door de crisis komen dat het personeel van de bazen zo op jacht moet? Mij jagen ze op deze manier juist weg.
Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben die me hier aan stoort.
F.van Gesker, Delft
P.J. Schilder
Wij herkennen ons volledig in de klacht van de heer v. Gesker.
Daarbij ervaren we geregeld dat ons glas wordt weggenomen zodat ander personeel
steeds vragen of je nog wat wil gebruiken.
Dit ook afgelopen zondag weer meegemaakt bij "Struin" in Camperduin.
Na ons beklag bij de leiding werd ons medegedeeld dat het hun beleid was en als het
ons niet aanstond wij maar moesten vertrekken.
Dat hebben we dan ook maar gedaan. Voorgoed!
13 jan. 2014